Hoe vaak gebeurt het niet dat je denkt dat je iets briljants bedacht hebt? Iets unieks. Iets dat nog niemand bedacht heeft. Tsja, dat bestaat dus niet. Tenminste, misschien wel in de wereld van de wetenschap, maar niet op andere gebieden. Alles is al een keer bedacht. Het enige dat ideeën van elkaar onderscheidt, is een invalshoek. Of de manier waarop een idee wordt uitgewerkt.

Afgelopen week werd ik overvallen door het gevoel dat mijn idee niet interessant genoeg was. Dat het beter moest. Helaas hebben dit soort gedachten een verlammende werking. Wel kreeg ik meerdere nieuwe ideeën. Maar dit is natuurlijk gewoon ontwijkend gedrag. Hoewel er toch een goed idee bijzat. Die heb ik even geparkeerd in een notitieboekje. Het zou toch ook zonde zijn als ik die weer zou vergeten.

Maar goed, vandaag heb ik mijzelf weer even de spreekwoordelijke schop onder mijn kont gegeven. Ik moest wel weer even in de juiste mindset komen. En googelen helpt mij daar vaak bij. Noem het inspiratie opdoen. Zo kwam ik bij een artikel over 7 fotografieprojecten die zorgen dat je je creativiteit wakker schudt. Interessant dus. En raad eens? Eén van die projecten lijkt heel erg op mijn idee. Het heet 100 strangers, wat gelijk al een betere titel is dan de mijne. De bedoeling van dit project is dat je 100 vreemden fotografeert en een praatje met deze mensen maakt. Op het Flickr account kun je deze foto's uploaden met een kleine omschrijving. Sound familiar? Dat dacht ik dus ook.

En toen herinnerde ik het me weer. Er bestaan eigenlijk geen unieke ideeën. Wat ik bedenk, kan een ander ook bedenken of al bedacht hebben. Dus dit betekent dat ik ervoor moet zorgen dat mijn project opvalt. Dat iets in dit project de mensen zo aanspreekt dat ze er meer over willen weten. Maar hoe doe ik dat. Daar moet ik nog even over nadenken. Ik ben in ieder geval blij dat ik de mensen die geportretteerd zijn de volgende laat kiezen. Dat heb ik vooralsnog niet eerder gezien. En tips hoor ik natuurlijk erg graag!

Vervolgens dacht ik aan een ander idee dat ik ooit had. Ik zou taarten gaan bakken vanuit huis voor mensen die graag op huisgemaakte taarten wilden trakteren op hun verjaardag. En de unieke twist zou zijn dat ze ook recepten van hun moeder of oma mochten geven die ik dan zou volgen. In een maatschappij waar niemand de tijd of de rust heeft voor dit soort nijverheid, leek het me een goed idee. Maar het bleef bij een idee.

Jaren later ontdekte ik Bakker Baard. Hij had blijkbaar ooit een zelfde soort idee. Wederom niet uniek dus. Maar zijn aanpak is dat wel. Deze kunstenaar zag op een gegeven moment zijn zakken steeds leger worden en besloot gebruik te maken van zijn achtergrond als bakker om voor brood op de plank te zorgen. En nee, hij ging niet thuis brood voor op de plank bakken. Hij ging Clafoutis verkopen. Voor iedereen in Amsterdam die daar trek in had. Het bleek een gouden idee. Het loopt namelijk als een trein.

Toch lijkt zijn idee op het eerste oog niet zo heel erg anders dan mijn idee van jaren geleden. Behalve dat ik er nooit iets mee gedaan heb. Maar als je beter kijkt verschillen ze als dag en nacht. Ik zou taarten bakken. De Boer bakt Cafloutis. Met fruit dat op dat moment voorhanden is. En een Clafoutis is niet iets dat je bij de banketbakker op de hoek haalt. Bakker Baard bezorgt ze warm en op servies uit een kringloopwinkel. Ook al zo uniek en bijzonder.

Dus ook al is een idee niet uniek, je kunt er toch nog een draai aan geven dat het uniek wordt en mensen aanspreekt. Food for thought dus. Misschien onder het genot van een Clafoutis van Bakker Baard?

En voor de mensen die meer inspiratie zoeken: